Nieuws

> Laaggeletterdheid vraagt blijvend aandacht gemeenten

Laaggeletterdheid vraagt blijvend aandacht gemeenten

Foutmelding

The page style have not been saved, because your browser do not accept cookies.
Dobbelstenen met letters erop

Gemeenten moeten alert blijven op laaggeletterdheid, bij uitstek een probleem dat op lokaal niveau kan worden aangepakt. Dit stellen zowel de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) als de Stichting Lezen & Schrijven.

Struikelblok

Moeite hebben met lezen en schrijven wordt door hen gezien als een maatschappelijk struikelblok, dat geslaagde participatie in de weg staat. De twee organisaties hebben nieuwe cijfers gepubliceerd, die per gemeente inzichtelijk maken hoeveel laaggeletterden er wonen. De uitkomsten van het landelijke onderzoek zijn woensdag gepubliceerd op Waarstaatjegemeente.nl en in het rapport ‘Regionale spreiding van geletterdheid in Nederland’. Laaggeletterden zijn over het algemeen minder zelfredzaam. Ze kampen vaker met problematische schulden, armoede, werkloosheid en sociaal isolement en hebben gemiddeld een slechtere gezondheid. Ze vinden niet of moeizaam hun weg in de bureaucratie. Zaken die voor anderen vanzelfsprekend zijn, als solliciteren of (digitaal) een paspoort aanvragen, zijn voor hen een groot probleem.

Lokaal beleid

Samen met de Stichting Lezen & Schrijven dringt de VNG aan op lokaal beleid. De decentralisaties worden door hen als kans gezien, omdat ze de gelegenheid bieden hulp en ondersteuning voor inwoners ‘levensbreed’ aan te pakken. Daar moet volgens hen speciaal beleid voor gemaakt worden en geld voor uitgetrokken. Gratis en eenvoudige screeningsinstrumenten en het werven en opleiden van vrijwilligers kunnen bijdragen aan een oplossing. Veel gemeenten zijn met speciale programma’s al actief met de bestrijding van laaggeletterdheid. De VNG raadt partijen in de schuldhulpverlening, jeugdzorg, werk en bijstand en het onderwijs alert te zijn op het probleem en dat samen met maatschappelijke partners te lijf te gaan. De taken kunnen dan goed verdeeld worden, met resultaatafspraken die kunnen worden omgezet in subsidie.

Regionale verschillen

Naar schatting telt Nederland in totaal 1,3 miljoen laaggeletterden tussen de 15 en 65 jaar. De meeste daarvan wonen in de grote steden. Koplopers zijn Rotterdam en Den Haag. Positieve uitzondering is Utrecht, dat grotere aantallen jonge en hoog opgeleide gezinnen en studenten telt en relatief gezien minder allochtone inwoners. Dit effect is er ook in vergelijkbare steden als Eindhoven, Groningen en Leiden. Zuid-Holland en Flevoland zijn de provincies waar procentueel het meest laaggeletterden wonen, met enige afstand gevolgd door Zeeland en Friesland.

Categorieën: